Kenmerken van symbiosetrauma:
- het kind splits in zijn hulpeloosheid en onmacht zijn gevoelens af: zijn angsten, woede, pijn, vertwijfeling en zijn innerlijke behoefte over het feit dat hij door zijn moeder niet gezien en geliefd wordt. De pijn die het kind voelt afgewezen te worden door de moeder is een zeer diepe en ondraaglijke pijn voor het kind.
- het kind ontwikkelt als gevolg hiervan overlevingsstrategiëen: het kind ervaart zichzelf als niet de moeite waard te zijn. Het kind geeft zichzelf de schuld ervan. Omdat ouders emotioneel of in concrete zin niet beschikbaar zijn voor het kind, ontwikkelt het gevoel dat het alleen maar op zichzelf kan vertrouwen. Het kind leert niet dat je om hulp mag vragen, maar dat je alles alleen moet oplossen.
- het ziet zijn ouders als hulpbehoevend en zwak en komt op grond daarvan in de rol terecht van levensredder en beschermer van zijn getraumatiseerde ouders. Het kind doet zich sterker en groter voor en kan zich ook verantwoordelijk voelen voor het gedrag van de ouder. In feite worden de rollen omgedraaid: het kind gedraagt zich als de volwassene en ziet zijn ouders als kinderen om voor te zorgen.
- aangezien het kind verlangend op zoek is naar het emotionele contact met zijn ouders, komt het onbewust in contact met de afgesplitste trauma-energie en gevoelens en neemt het kind dit in zich op. Voor het kind is het een natuurlijk ontwikkelproces dat het blootgesteld wordt aan de afgesplitste traumagevoelens van ouders: zoals (onberekenbare) woedeaanvallen, verdriet, angst, zwaarte en leegte. Het kind dat opgroeit in een getraumatiseerd gezin ervaart dat deze gevoelens normaal zijn. M.a.w. het kind komt niet in contact met een gezonde opvoedingsstijl en hechting en neemt dit mee zijn weg naar volwassenheid.
- een innerlijke chaos van gevoelens, zoals paniek, faalangst, fobiëen, enz.
- omdat gevoelens bepalend zijn voor de ontwikkeling van het kind om een eigen identiteit te ontwikkelen, raakt een kind in verwarring over wie hij zelf is.
Het gevolg hiervan is, doordat het kind de traumagevoelens van ouders overnemen, in wezen ook de identiteit van hen overneemt, die de eigen identiteit van het kind overschaduwt en de eigen identiteitsontwikkeling blokkeert. De hechtingsrelatie met veelal de moeder wordt daardoor een verstrikte relatie. Bij een dergelijke relatie is het niet duidelijk waar de grens ligt tussen het moeder en kind. Veel gevoelens van het kind zijn een kopie van zijn getraumatiseerde moeder of vader. Een leeftijdsadequate losmakingsproces uit de symbiotische relatie met moeder wordt daardoor ernstig belemmerd.